IVN en Jantje Beton lanceerden in 2022 het Nationaal Actieplan Schoolpleinen met daarin het streven dat elke basisschool in 2030 beschikt over een speels en natuurrijk schoolplein. Daarvoor moet nog wel een forse slag gemaakt worden, zo bleek dit voorjaar, want momenteel zijn 60 procent van de schoolpleinen nog versteend. Vincent van der Veen van IVN legt uit waarom een groen en gezond schoolplein belangrijk is en hoe schooldirecties en gemeenten dit het beste kunnen aanpakken.
Allemaal groene en gezonde schoolpleinen in 2030
Tekst: Peter Bekkering
Vincent van der Veen werkt sinds februari 2011 voor het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN). Daar is hij sinds maart 2020 Impact Manager Kind & Natuur. IVN, dat als missie heeft de natuur met mensen te verbinden en mensen met de natuur, is een landelijke organisatie met circa 27.000 vrijwilligers en 100 beroepskrachten. “Bij Kind &Natuur houdt die missie in dat we proberen om kinderen weer verliefd te laten worden op de natuur door de natuur in de directe speel- en leeromgeving terug te brengen en ervoor te zorgen dat de speel- en leeromgeving ook wordt gebruikt om te spelen, te leren en te bewegen.”
Zijn motivatie om met schoolpleinen aan de slag te gaan, heeft er mede mee te maken dat hij in het verleden – van 2004 tot 2008 – zelf voor de klas stond bij basisschool De Hoeksteen in Groningen. “In die tijd zei ik regelmatig: ik ben een buitenmens, maar ik ben opgeleid als binnenmeester. In die periode zag ik dat het niet goed was voor mezelf om steeds binnen te zitten. Nog belangrijker was dat ik ook zag dat binnen zitten bij het leren en ontwikkelen niet voor alle kinderen de meest ideale omstandigheid is.”
Belang groen en gezond schoolplein
Er zijn volgens Van der Veen verschillende redenen waarom een groen en gezond schoolplein belangrijk is. “Er komen steeds vaker extreem warme zomerdagen voor. Als je vervolgens kijkt naar warmtekaartjes van gemeenten zie je dat zich vaak rond scholen een hitte-eiland vormt omdat er zoveel verstening is. Op zulke dagen worden kinderen soms naar huis gestuurd omdat het op school te warm is. Daarnaast komt van buiten spelen op zulke dagen om dezelfde reden ook niets. De natuur heeft echter als een van de superkrachten het vermogen om verkoelend te werken.”
En dat is niet de enige relevante kwaliteit van de natuur voor het onderwijs, zegt Van der Veen. “Mark Mieras, een hersenwetenschapper, heeft in een artikel de natuur ooit heel mooi ‘een vluchtheuvel van de geest’ genoemd. Volgens Mieras werkt natuur namelijk concentratieverhogend omdat het de hersenen tot rust laat komen. Zo’n rustpunt is ook fijn voor kinderen, omdat ze in feite topsport bedrijven in een schoolsetting, waarin ze moeten leren en zich ontwikkelen.”
Minder pestgedrag
Ook sociaal-emotioneel is een groen en gezond schoolplein van belang: “Uit onderzoek is namelijk gebleken dat op zo’n plein minder pestgedrag plaatsvindt omdat er voor elk type kind een plekje is om iets te doen. Op een grijs schoolplein daarentegen is er vaak alleen plek voor kinderen die graag met een bal willen rauschen.”
Ook voor IVN zelf is het belangrijk: “Als je onderwijs wilt geven over natuur, kun je dat beter doen vanuit een echte context dan dat je zegt: sla bladzijde 65 van je boek open, want daar staat de koolmees.” Hij haalt een ontluisterend promotieonderzoek van Michiel Hooykaas aan van juni 2022: “Daaruit kwam naar voren dat 85 procent van de kinderen geen huismus kan herkennen, terwijl het een van de meest voorkomende vogels in de bebouwde omgeving is. Dat is opvallend, omdat een van de kerndoelen in het basisonderwijs (nummer 41 van de 58 – redactie) is dat kinderen de meest voorkomende planten en diersoorten herkennen. Bovendien is kennis van de leefomgeving en de natuurlijke processen belangrijk voor kinderen in een tijd waarin biodiversiteitscrisis en klimaatverandering grote thema’s zijn.”
Buitenruimte als sluitpost, wel lichtpuntjes
Ondanks al deze argumenten voor de aanleg van groene en gezonde schoolpleinen, bleek in maart 2023 uit een onderzoek van IVN dat 60 procent van de basisscholen nog altijd beschikt over een versteend schoolplein. Volgens Van der Veen zijn er verschillende verklaringen voor dit hoge percentage: “De eerste is financieel. De buitenruimte is vaak de sluitpost van de onderwijshuisvesting. Bovendien staat het in de regelgeving over wat een goed schoolgebouw inhoudt ergens achteraan. Met als gevolg dat het bij veel basisscholen erop lijkt dat in de buitenruimte de tijd honderd jaar stil heeft gestaan. Ondertussen is de binnenruimte wel aangepast aan wat het hedendaagse onderwijs nodig heeft.”
Toch zijn er op dat gebied wel lichtpuntjes, zegt Van der Veen: “Negen van de twaalf provincies hebben de afgelopen periode vanuit het oogpunt van klimaatadaptatie werk gemaakt van de transformatie van schoolpleinen. Dat doen ze door daarvoor doelsubsidies in te zetten. In provincies zoals Noord-Brabant en Gelderland heeft dat ertoe geleid dat een derde van de scholen hiervan al gebruik kon maken. Tegelijkertijd betekent dat ook dat twee derde van de scholen dat nog niet heeft kunnen doen. Bovendien pakt het Rijk - lees: de minister van onderwijs - nog altijd niet zijn rol bij het structureel investeren in de buitenruimte.”
Groene kansenongelijkheid
Van der Veen vreest bovendien voor groene kansenongelijkheid. “Een van de uitkomsten van het IVN-onderzoek waar ik van schrok, was dat juist scholen waar vergroening het meest noodzakelijk is - bijvoorbeeld omdat er veel leerlingen zijn die thuis in een woning drie hoog achter wonen - meestal geen capaciteit hebben om de benodigde subsidies bij elkaar te krijgen. Daardoor zien we een groene kansenongelijkheid ontstaan, waarbij het voor de aanwezigheid van een groen en gezond schoolplein gaat uitmaken waar je op school zit in Nederland. Dat is voor mij niet alleen zorgelijk, maar ook onacceptabel.”
“Daarom willen we er als IVN de komende vier jaar werk van maken om ervoor te zorgen dat de scholen die wel willen maar geen capaciteit hebben, ondersteuning te bieden bij onder meer het aanvragen van subsidies. Om diezelfde reden hebben we nu ook het initiatief genomen om de landelijke overheid als regievoerder aan zijn jasje te trekken en om te pleiten voor een Nationaal Actieplan Schoolpleinen. Daarnaast zijn we een petitie gestart met als doel ‘Alle schoolpleinen groen in 2030’. We gaan deze na de verkiezingen aanbieden aan de Tweede Kamer om het belang van groene en gezonde schoolpleinen nogmaals onder de aandacht te brengen.”
Fondsen samenvoegen, schoolpleinbrigades en kennis delen
In het Nationaal Actieplan Schoolpleinen ‘Een revolutie op het schoolplein’ is als doel geformuleerd dat iedere basisschool in één schoolgeneratie - in 2030 - beschikt over een speels en natuurrijk schoolplein. Daarvoor zijn, zo licht Van der Veen toe, drie zaken nodig: “Het eerste is om alle fondsen samen te brengen en die samen te voegen tot één fonds. Daardoor wordt het voor een schooldirectie gemakkelijker. Hij hoeft niet meer bij verschillende loketten aan te kloppen, maar kan het via één loket regelen.”
Als tweede voorwaarde noemt Van der Veen dat de basisscholen die al veel op hun bordje hebben, bij de aanvraag geholpen worden met een schoolpleinbrigade met daarin onder meer hoveniersbedrijven en procesbegeleiders.
“Het derde en laatste dat geregeld moet worden is dat de kennis over wat echt een goed schoolplein is en wat daarvoor nodig is qua ontwerp op een centraal punt wordt gedeeld en beschikbaar is. Nu is die kennis nog teveel verspreid.” Van der Veen wil dat het Rijk bij het schoolplein de regie pakt net zoals het Rijk doet met onderwijsgebouwen. “Eigenlijk moet je niet meer spreken over onderwijsgebouwen, maar over onderwijsomgeving.”
Het volledige artikel lees je in het digizine Groene Schoolpleinen. Open het magazine >>