Beroering in de luchtkussenmarkt
Luchtkussens, ook wel springkussens of opblaasbare speeltoestellen genoemd vallen al sinds jaar en dag onder het Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen en worden ook al net zo lang gecertificeerd. Echte aandacht voor deze groep is er echter niet altijd geweest. Zo zijn er geen inspectiebedrijven die luchtkussens inspecteren, heeft de NVWA tot op heden weinig aandacht besteed aan de veiligheid ervan, stelt de Stichting Veilig Spelen (SVS) er geen vragen over in hun examens en was dit type toestel in de AKI-overleggen (halfjaarlijkse overleggen van keurende instanties) bijna nooit onderwerp van gesprek. Daar is in 2018 duidelijk verandering in gekomen.
Uit nader onderzoek van de NVWA bleek dat er veel luchtkussens op de markt waren zonder of met incorrecte certificaten. De verschillende leveranciers leverden bijvoorbeeld luchtkussen “Aap” met certificaat. Maar datzelfde certificaat werd gebruikt voor luchtkussen “Cowboy”. In veel gevallen was het verschil in ontwerp klein, maar er zijn ook kussens gevonden die constructief compleet anders waren opgebouwd dan het certificaat aangaf. De meeste luchtkussens worden in het buitenland geproduceerd. Het toezicht op deze landen is minimaal en de kussens kunnen pas in Nederland beoordeeld en gecontroleerd worden. Om zaken recht te trekken is er een stakeholdersoverleg (leveranciers, fabrikanten, verhuurders, NVWA) in het leven geroepen en stemmen de AKI’s nu regelmatig zaken af met de NVWA.
Keuringscriteria en normen
Het is een feit dat tot enige jaren geleden luchtkussens werden gekeurd middels EN1176. Deze norm is natuurlijk absoluut niet geschikt om voor ontwerp of keuring van dit soort toestellen te gebruiken maar destijds waren er nauwelijks andere richtlijnen voorhanden. Tegenwoordig beoordelen we luchtkussens aan de hand van NEN-EN14960 (en niet EN1176 zoals in de vorige editie van Buiten Spelen staat). De nieuwe versie van de EN14960 wordt in de loop van dit jaar verwacht. Deze versie zal bestaan uit drie delen in plaats van één deel. Op water drijvende, luchtdichte kussens vallen onder NEN-EN-ISO 25649.
Waarop te letten
Het zomerseizoen staat er weer aan te komen. Dan zal weer een groot aantal luchtkussens gehuurd of gekocht worden en terug te vinden zijn op braderieën en straatfeesten. Waar moeten beheerders (gemeenten) en huurders met name op letten bij het opstellen van een luchtkussen?
-
Wordt het kussen geleverd met geldig certificaat?
-
Komt het typenummer en de foto op het certificaat overeen met het kussen?
-
Zijn plaatsingsinstructies meegeleverd?Lees deze zorgvuldig en let met name op:
-
Hoe het kussen aan de grond te borgen
-
Welke valdempende materialen te gebruiken (zijn deze meegeleverd?)
-
In welke windrichting het toestel te plaatsen
-
Hoeveel kinderen zijn toegestaan
-
Op welke wijze toezicht gehouden moet worden
Actie van instanties
Nadat in 2018 duidelijk is geworden dat een groot aantal springkussens niet van juiste certificaten was voorzien, of in enkele gevallen helemaal niet gecertificeerd was heeft de markt onmiddellijk actie genomen. Enkele importeurs voeren extra controles uit op de geïmporteerde kussens, zowel in Nederland als daar waar ze geproduceerd worden. Niet gecertificeerde kussens worden van de markt gehaald en opnieuw gecertificeerd. De NVWA voert extra controles uit en heeft een overleg georganiseerd waar de meest belangrijke partijen bij aanwezig zijn.
Tot slot maken AKI’s afspraken over de inhoud van de certificaten om vervalsing ervan te voorkomen. Alle neuzen staan bijna allemaal de goede kant op. Het is nu van belang dat alle partijen zich aan de afspraken houden. In feite ligt de belangrijkste controle bij de eindgebruiker die het kussen opblaast en plaatst. Hij of zij is de laatste is de keten die ongelukken kan voorkomen. Voldoet een kussen niet, ontbreekt het certificaat of de plaatsingsinstructies of zijn er geen haringen meegeleverd, stel het kussen dan niet op maar trek aan de bel. Wil de verhuurder niet luisteren en geeft de leverancier niet thuis, licht dan de NVWA in: www.nvwa.nl.
Dit artikel is verschenen in BuitenSpelen 01/2019. Lees meer van BuitenSpelen in onze bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Van betonnen jungles en stedelijke labyrinten naar speelwaardige buitenruimten
16 dec om 09:58 uurWat zijn de voorwaarden van kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar die bijdragen aan de creatie van een…
Mulier Instituut: 'Bredere kijk op beweegarmoede nodig'
15 nov om 14:30 uurDe ambitie van de Nederlandse overheid dat in 2040 75 procent van de Nederlanders de beweegrichtlijnen haalt is…
Onderzoek brengt bevindingen over speelvriendelijke steden in kaart
21 okt om 10:10 uurOp 16 oktober jl. hebben onderzoekers van De Haagse Hogeschool en de Hogeschool van Amsterdam hun…
Dordrecht Sportgemeente van het Jaar 2024, ook prijs voor Maastricht
3 okt om 17:37 uurDordrecht is afgelopen week op het jubileumcongres van Vereniging Sport en Gemeenten in ’s-Hertogenbosch…
35 jaar Speelplan: kinderen van jongs af aan naar buiten krijgen
12 sep om 14:42 uurSpeelplan bestaat 35 jaar. We spraken directeur Walid Rahman en keken terug en…
'Doe niets, de kinderen kunnen het zelf': avontuurlijk spelen in Utrecht
30 mei om 09:59 uur“Doe niets, de kinderen kunnen het zelf.” Dat is de eerste en uitdagende tip aan speeltuinmedewerkers die…
Speel-, sport- en beweegbeleid moet iedere inwoner in Vught laten bewegen
15 mei om 11:24 uurDe gemeente Vught heeft voor het eerst een beleid opgesteld waarin de componenten spelen, bewegen en sport…
Hoe AI de veiligheid van kinderen in speeltuinen kan bevorderen
7 mei om 08:59 uurKinderen kunnen veilig spelen in speeltuinen dankzij goed onderhouden speelobjecten. Om te kijken na hoeveel…
Reactie toevoegen