‘Kinderparticipatie wordt in te veel gemeenten onvoldoende serieus genomen’
De Omgevingswet zit eraan te komen. Invoering van deze integrale wet die de kwaliteit van de leefomgeving borgt, is almaar uitgesteld maar treedt nu per 1 januari 2023 inwerking. Gaat de invoering van de Omgevingswet kinderparticipatie een boost geven? Participatie is immers een van de pijlers van de Omgevingswet. Dave Ensberg-Kleijkers, directeur-bestuurder Jantje Beton is terughoudend. “Cruciaal is hoe serieus een gemeente naar kinderparticipatie kijkt.”
De Omgevingswet, als die eindelijk wordt ingevoerd, kan in theorie zeker een boost geven aan kinderparticipatie, zegt Ensberg-Kleijkers in een emailuitwisseling met BuitenSpelen. “Via de Omgevingswet kunnen gemeenten kinderen alle ruimte en kansen geven om mee te denken én te werken aan ruimtelijke plannen, zoals speel(ruimte)plannen. Cruciaal is hoe serieus een gemeente naar kinderparticipatie kijkt. Ziet een gemeente kinderen als volwaardige gebruikers van de (openbare) ruimte en als volwaardige burgers? Worden kinderen ook als ervaringsdeskundigen daadwerkelijk serieus genomen? En hoe verbindt de gemeente de inbreng van kinderen niet alleen vanuit de Omgevingswet aan fysiek-ruimtelijke vraagstukken, maar ook aan sociale beleidsthema’s zoals het lokaal jeugdbeleid en positief jeugdbeleid? Kortom, de wet biedt veel mogelijkheden voor kinderparticipatie, maar gemeenten moeten het zelf ook daadwerkelijk willen én doen!”
Niet breed en vrijuit meedenken
Kinderparticipatie wordt volgens Ensberg-Kleijkers op dit moment nog in te veel gemeenten onvoldoende serieus genomen. “Onlangs analyseerden we de nieuwe coalitieakkoorden van gemeenten. In zo’n 48% van de gemeenten is er aandacht voor kinderparticipatie, maar in meer dan de helft dus niet! Een ander voorbeeld: van de 345 gemeenten hebben er maar 87 een kinderburgemeester; zo’n 25%. Een kinderburgemeester is een uitstekende en vrij laagdrempelige vorm om kinderparticipatie mee te concretiseren – mits het geen lege symboliek is. Daarnaast zien we vanuit Jantje Beton dat kinderparticipatie zeer binnen door volwassenen bepaalde kaders plaatsvindt. Zo mogen kinderen onder het mom van kinderparticipatie soms enkel kiezen tussen speeltoestel A of B, maar niet breed en vrijuit meedenken over speelruimteplannen.”
Mens- en maatschappijvisie
Dat kinderparticipatie moeizaam van de grond komt, heeft volgens Ensberg-Kleijkers in essentie te maken met de mens- en maatschappijvisie van de gemeente, van gemeenteraad tot burgemeester, wethouders tot ambtenaren. “Is de gemeente er voor de gemeenschap, bestaande uit kinderen en volwassenen, of is de gemeenschap er voor de gemeente? Waarom spreken we überhaupt over kinderparticipatie? Moet er niet eerder sprake zijn van overheidsparticipatie? Het oplossen van maatschappelijke problemen begint en eindigt altijd bij de samenleving zelf; bij de gemeenschap en dus bij kinderen. Zolang gemeenten nog teveel een ‘overheid centrische’ visie en houding hebben, is meer kinderparticipatie een wassen neus. Verder kunnen gemeenten die welwillend zijn, maar simpelweg niet weten hoe ze met kinderparticipatie om kunnen gaan meer van andere gemeenten leren. Het delen van goede voorbeelden van kinderparticipatie zou bijvoorbeeld door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) meer en actiever kunnen worden gedeeld. Er zijn talloze good practices van succesvolle kinderparticipatie waar alle gemeenten hun voordeel mee kunnen doen!”
Gezonde Buurten
In Gezonde Buurten werkt Jantje Beton met kinderparticipatie. “Gezonde Buurten is een programma dat we als Jantje Beton overigens samen uitvoeren met IVN Natuureducatie en Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) en dat door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) mogelijk wordt gemaakt. Een Gezonde Buurt is een groene plek in een buurt waar natuur, ontmoeten, bewegen en spelen samenkomen. Het is een plek waar bewoners elkaar ontmoeten, kinderen creatief spelen en jong en oud leert over het belang van gezonde voeding. Het is belangrijk om vanaf de start te luisteren naar kinderen. Bij onze Gezonde Buurten starten we met een buurtsafari, hierin gaan we met een groepje kinderen op pad en vragen we deze groep de volwassenen te gidsen naar plekken in de buurt die voor de kinderen belangrijk zijn.”
Resultaten
“Wat we bij de uitrol van het programma Gezonde Buurten sinds 2017 hebben gemerkt, is dat we, door kinderen actief te betrekken bij het verbeteren van hun buurt, creatievere ideeën krijgen. Ook sluit het eindresultaat beter aan bij de behoeften vanuit de buurt. Soms willen volwassenen te snel alles grootschalig of revolutionair veranderen, terwijl kinderen verrassend meer oog hebben voor zaken die goed gaan. Het gebeurt bijvoorbeeld vaak genoeg dat er een hele speelplaats wordt vervangen terwijl de kinderen eigenlijk het liefst in de bosjes náást de speeltuin spelen. Dat had de gemeente een boel geld kunnen schelen. Daarnaast kunnen kinderen ook helpen om ideeën over te brengen aan de andere buurtbewoners: hun enthousiasme is aanstekelijk en ook negatieve reacties zijn vaak milder. Tot slot is eigenaarschap een belangrijke voor het gebruik: als kinderen, maar ook jongeren, hebben meegedacht zal een plek beter gebruikt worden en houden ze het netjes.”
Uitvoering participatietraject
Op de vraag of je externe professionals voor participatietrajecten nodig hebt, of dat je beter terug kunt vallen op mensen die de kinderen (en jongeren) al kennen en die langere relaties met hen hebben, antwoordt Ensberg-Kleijkers dat alles mogelijk is, maar het belangrijkste is ‘dat de betreffende professional een hart heeft voor kinderen en verstand heeft van kinderparticipatie’. “Het moet iemand zijn die vooral luistert en niet te veel en te snel gaat invullen wat een kind denkt te willen zeggen. Het faciliteren van het goede gesprek met kinderen is een kunst waar in de ambtelijke organisatie van een gemeente meer aandacht voor nodig is. Het is niet een trucje dat je er zomaar even bij doet. Serieuze competenties van ambtenaren, zoals op het gebied van kinderparticipatie, vragen om scholing, opleiding en coaching.”
Tips voor gemeenten
Ensberg-Kleijkers heeft aan het eind van het gesprek nog enkele tips voor gemeenten die met kinderparticipatie verder willen. “Gemeenten kunnen altijd bij Jantje Beton aankloppen, wel tegen betaling, voor een handleiding, training of advies. Verder is het vooral een mindset die begint met een fundamentele mens- en maatschappijvisie: de gemeente is dienaar van de gemeenschap en daarmee van kinderen. Hoe kunnen we kinderen het beste helpen? Die attitude vraagt om bescheidenheid, nederigheid, lef en de intrinsieke motivatie van elke ambtenaar, bestuurder en politicus om naar kinderen te willen luisteren. Niet omdat het van de Omgevingswet of iemand anders moet, maar omdat iedere individu binnen de gemeente dat oprecht wil.”
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Per 1 juli nieuw Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen
1 jul 2023Per 1 juli vervangt de Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen 2023 (WAS2023) het Warenwetbesluit…
“Er is nog onvoldoende aandacht voor het belang van een beweegvriendelijke buitenruimte”
12 jun 2023Jantje Beton schrijft 'brandbrief' aan Nederlandse burgemeesters
2 jun 2023Gouda is meest speelvriendelijke gemeente van Nederland
23 mei 2023De rechtvaardige straat
9 mei 2023Top 3 nominaties Jantje Beton Prijs 2023 bekend
25 apr 2023Lees nu het magazine 'Ruimte voor Spelen'
13 apr 2023In het nieuwste nummer van BuitenSpelen, laten we verschillende mensen aan het woord over het thema van dit…
Reactie toevoegen