Spelen en de (on)veiligheid van water
Wat is er nou leuker dan op een warme dag met water te spelen? Ook deze zomer hebben we vele warme dagen gehad en de waterparken waren voller dan ooit. Helaas kan water ook voor onveilige situaties zorgen. Zo kunnen bacteriën en algen ziektes veroorzaken. Maar het grootste gevaar is natuurlijk verdrinking. Gelukkig verdrinken er steeds minder kinderen in Nederland*.
Van de jaren vijftig tot de eeuwwisseling verdronken relatief gezien veel kinderen tot 10 jaar. In 1950 vonden 12,4 verdrinkingen plaats per 100 duizend kinderen onder de 10 jaar; in 2001 was dat nog 1 verdrinking per 100 duizend kinderen. Het afgelopen jaar waren er 0,3 verdrinkingen per 100 duizend kinderen jonger dan 10 jaar. Ook in absolute aantallen is de afname van het aantal verdrinkingen goed zichtbaar. In 1950 verdronken nog 266 jonge kinderen, 197 jongens en 69 meisjes. De afgelopen tien jaar verdronken jaarlijks gemiddeld 7 jonge kinderen, het merendeel jongens. De afname van het aantal verdrinkingen is het grootst bij kinderen van 1 tot 5 jaar: van 187 in 1950 tot gemiddeld 5 per jaar in de laatste tien jaar. Bij kinderen van 5 tot 10 jaar daalde het aantal verdrinkingen ook: van 76 in 1950 tot gemiddeld 2 per jaar in de laatste tien jaar.
Context ontbreekt
Deze cijfers zijn nuttig maar zeggen niets over hoe en waar kinderen zijn verdronken. Maar wel is duidelijk dat de meeste verdrinkingen in open water plaats vinden en baby’s en peuters relatief vaak in en bij huis verdrinken. Om er achter te komen hoeveel kinderen verdrinken op of bij (water)speeltoestellen kunnen helaas geen cijfers geraadpleegd worden maar komen bij een zoektocht op internet wel meerdere ongevallen naar boven. Zo verdronk in juli dit jaar een meisje dat met het haar vastzat in een rooster van een zwembad, en een ander meisje raakte enkele jaren geleden bekneld onder een gekapseisd vlot. Een ander kind, ook een meisje, overleed onder een luchtkussen dat op het water dreef. En gaan we enkele jaren terug dan vinden we een dodelijk ongeval en enkele zware ongevallen met blijvende invaliditeit met waterglijbanen.
Een groot aantal ongevallen was en is te wijten aan het onjuiste gebruik van waterspeeltoestellen en het gebrek aan voldoende toezicht. Omdat kinderen bij het vallen uit een op land staand speeltoestel op een valdempende ondergrond terecht komen is daar toezicht niet perse noodzakelijk. Helaas blijven waterspeeltoestellen, hoe goed ze ook aan de normen en het WAS voldoen, altijd gevaarlijk in verband met de aanwezigheid van water. Enig toezicht is bij watertoestellen altijd nodig.
Toezichtplan
Het is dan ook van groot belang zowel bij de inspectie als de certificering te controleren of een toezichtplan aanwezig is en ook wordt opgevolgd. Dit plan moet zijn afgestemd op de leeftijdsgroepen die de locatie bezoeken, het aantal bezoekers en de aan- of afwezigheid van ouders of andere toezichthouders.
Daarnaast moet gelet worden op het gebruik van het waterspeeltoestel zoals voorgeschreven in de gebruiksaanwijzing van de leverancier. Een voorbeeld van onjuist gebruik is het toepassen van banden om een waterglijbaan mee af te gaan terwijl deze daar niet op ontworpen is. Een ander voorbeeld is het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (zwemvestjes, bandjes en degelijke) die niet geschikt zijn voor het betreffende watertoestel.
Aanpassingen
Toezicht en juist gebruik zijn dus zeer belangrijk. Maar ook eventuele aanpassingen aan of verplaatsen van het toestel moet beoordeeld worden. De plaats van het toestel is zeer belangrijk met name als deze in het water staat of eindigt. Een voldoende waterdiepte is van belang om goed te kunnen landen. Het landingsbad van een waterglijbaan of rondom een drijvend luchtkussen moet voldoende zijn en moet jaarlijks bij opening van het seizoen gecontroleerd worden. Als een watertoestel aangepast is controleer dan of het certificaat geldig blijft. Zorg er voor dat na aanpassing alles nog voldoet. Vermijd openingen onder water waar kinderen in bekneld kunnen raken. Het beste is de aanpassing aan de keurende instantie voor te leggen.
*) Cijfers CBS
Auteur Jeroen Bos
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
'Doe niets, de kinderen kunnen het zelf': avontuurlijk spelen in Utrecht
30 mei om 09:59 uur“Doe niets, de kinderen kunnen het zelf.” Dat is de eerste en uitdagende tip aan speeltuinmedewerkers die…
Buitenspelen met 'oude troep' pedagogisch verantwoord
26 mrt om 09:06 uurEen rommelspeeltuin: een speeltuin waar niet alleen speeltoestellen staan, maar ook 'oude troep' zoals tonnen…
Reactie toevoegen