Coronanoodfonds jeugd- en jongerenorganisaties
Waarom is het belangrijk?
Het coronavirus maakt vele slachtoffers. Niet alleen mensenlevens, ook bedrijven en maatschappelijke organisaties vallen om door het virus en door de overheidsmaatregelen om het virus te beheersen. Dat geldt ook voor jeugd- en jongerenorganisaties die in elke buurt, wijk of dorp in Nederland actief zijn. Denk aan speeltuinen, kinderboerderijen, kindervakantieorganisaties, Scouting-clubs en andere organisaties waar zowel vrijwilligers als professionals dagelijks werken om kinderen en jongeren te laten genieten van een leuke, positieve en gezonde vrije tijd. Daarbij dragen deze organisatie bij aan een fijne leefsfeer in wijken en buurten, voor jong en oud. Uit onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat 39 procent van de beheerders van buiten speellocaties zich (ernstig) zorgen maakt over de gevolgen van de coronacrisis voor hun speellocatie. Ze maken zich met name zorgen over de financiën, zoals geen inkomsten, vaste uitgaven (zoals huur accommodatie, dierenvoer) en het opraken van financiële reserves.
Dat bleek ook al uit eerder onderzoek van de branchevereniging voor speeltuinorganisaties, NUSO. Daarin werd duidelijk dat 94% van de door vrijwilligers beheerde speeltuinen inkomsten misloopt als gevolg van het coronavirus en bijbehorende crisismaatregelen. Meer dan de helft van de speeltuinen zegt zelfs dat zij het mislopen van inkomsten niet zelf kunnen dragen. Met andere woorden: zonder hulp vanuit de overheid of anderen vallen deze speeltuinen financieel gezien om. Nu al zegt 5% van de speeltuinen dat faillissement dreigt.
Jeugd- en jongerenorganisaties verrichten maatschappelijk belangrijk en betekenisvol werk. Zo laten zij kinderen buiten spelen en bewegen, wat bijdraagt aan de mentale en fysieke gezondheid, zelfvertrouwen en sociale vaardigheden van kinderen en jongeren. Nu gemeenten al torenhoge kosten maken voor de jeugdzorg en jeugdhulp, zijn deze jeugd- en jongerenorganisaties belangrijker dan ooit. Ze zorgen immers in een positieve en gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren en zijn daarmee belangrijke, preventieve spelers om jeugdzorgproblemen te voorkomen.
Die maatschappelijke meerwaarde van het jeugd- en jongerenwerk wordt door de overheid helaas niet of nauwelijks onderkend. Terwijl de overheid voor verschillende grote ondernemingen en sectoren diep in de buidel tast om hen in deze crisistijden van de ondergang te redden, wordt het kleinschalige jeugd- en jongerenwerk op lokaal niveau vergeten. De Rijksoverheid laat het aan de 355 gemeenten over om noodlijdende jeugd- en jongerenorganisaties wel of niet financieel te helpen. Dat leidt tot willekeur, maar vooral: de meeste gemeenten zeggen geen geld te hebben hiervoor of reageren überhaupt niet op een verzoek van bijvoorbeeld een speeltuin. Als dat zo doorgaat, gaan er binnenkort daadwerkelijk jeugd- en jongerenorganisaties failliet en daar zijn kinderen en gezinnen de dupe van. Dat kunnen we voorkomen als gemeenten gezamenlijk een ‘Coronanoodfonds jeugd- en jongerenorganisaties’ in het leven te roepen. Hiervoor is minimaal 6,5 miljoen euro nodig, wat neerkomt op gemiddeld 3.000 euro per noodlijdende jeugd- of jongerenorganisatie. Noodlijdende organisaties kunnen daar op basis van een korte onderbouwing snel een beroep op te doen.
Initiatiefnemers:
• Jantje Beton
• NUSO
• Scouting Nederland
• YMCA
• Steunpunt Kindervakanties
• Vereniging Stads- en Kinderboerderijen Nederland
• NJR
• BV Jong
• JongNL Limburg
• Jong Nederland
• JeugdWerk Limburg
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Onvoldoende steun Tweede Kamer aan IVN
30 jan om 16:05 uurOnderzoek: hoe beweegvriendelijk is Nederland?
8 nov 2023Per 1 juli nieuw Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen
1 jul 2023Per 1 juli vervangt de Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen 2023 (WAS2023) het Warenwetbesluit…
Reactie toevoegen