Met de campagne 'Met een beetje risico komen ze er wel' laat VeiligheidNL aan ouders van jonge kinderen zien dat risicovol spelen bijdraagt aan het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van een kind en geeft ou
Deze voorwoorden zijn namelijk aangevuld met teksten uit het Bijblad dat met onmiddellijke ingang is ingetrokken. Nu al zijn fabrikanten bezig hun in serie gecertificeerde speeltoestellen te laten beoordelen op basis van deze nieuwe norm.
Internationale organisaties, waaronder het Europees netwerk voor kindvriendelijke steden (the European Network for Child Friendly Cities), kwamen in oktober bijeen in Londen om ‘The Child Health Initiative’ te lanceren.
In april van dit jaar hadden de leden van de branchevereniging Spelen en Bewegen al besloten dat de sportieve plekken die zij inrichten voldoen aan de norm NEN-EN 16630
De EN16630 is bedoeld voor gebruikers die langer zijn dan 140 cm. Daarnaast is de norm niet toepasbaar op elektrische apparaten en losse gewichten. Helaas wordt voor verschillende toestellen en apparatuur nog vaak de verkeerde norm gebruikt.
De gemeente Roosendaal heeft 228 speelplekken met 1852 speeltoestellen en nog eens 7 locaties voor natuurlijk spelen die bij elkaar 77 speelelementen hebben.
Te denken valt aan situaties zoals houtrot, onjuiste constructies, verkeerd materiaal of onvoldoende geschoold personeel.
De visie op spelen is voor iedereen anders. Een kind heeft een andere kijk op een speeltoestel dan een ouder of een beheerder van een speelruimte waar veiligheid voorop staat. Wat is veiligheidsmanagement en hoe ga je er mee om?
Dat is één van de uitkomsten van een onderzoek uitgevoerd in het kader van de tiende Buitenspeeldag.
In de zomermaanden komt het regelmatig dat inwoners speeltoestellen als glijbanen, trampolines of zwembadjes neerzetten in de openbare ruimte. Leuk voor de kinderen, maar kopzorgen voor de gemeente.
