Wat zijn de voorwaarden van kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar die bijdragen aan de creatie van een goede buitenspeelruimte? Deze vraag stond centraal in de masterthesis Speelwaardig van Chermaine Vermeulen: een onderzoek naar de speelbehoeften en -voorkeuren van kinderen die een ‘goede’ buitenspeelruimte maken. In dit artikel neemt ze ons mee in haar bevindingen, resultaten en aanbevelingen.
Van betonnen jungles en stedelijke labyrinten naar speelwaardige buitenruimten
Chermaine Vermeulen is in 2021 cum laude afgestudeerd aan de bacheloropleiding St. Joost School of Art & Design in Breda. Ze heeft zich destijds voornamelijk gericht op de creatieve benadering van sociaalgeografischevraagstukken, met de nadruk op buitenspelen. “Tijdens mijn studie en stage bij ontwerpbureau Open Kaart in Rotterdam raakte ik steeds meer gefascineerd door de manier waarop de samenleving en de leefomgeving elkaar beïnvloeden, vooral voor kinderen,” legt Vermeulen uit.
“Die samenwerking met verschillende belanghebbenden inspireerde me om me verder te verdiepen in dit vakgebied,” voegt ze toe. Na de afronding van haar bachelor besloot Vermeulen opzoek te gaan naar een passende masteropleiding.” Na een grondige zoektocht koos Vermeulen voor de Master of Urban & Area Development, waarin ze haar interesses verder kon uitbouwen.
“Inmiddels werk ik bijna drie jaar bij Rijkswaterstaat, via EIFFEL Projects, in de functie van omgevingsadviseur. In deze rol hou ik me voornamelijk bezig met vervangings- en renovatieprojecten, waarbij ik me onder andere richt op het actief betrekken van stakeholders bij (de vormgeving van) hinderfaseringen. Deze werkzaamheden hebben veel raakvlakken met het bredere veld van gebiedsontwikkeling.”
“In de praktijk ervaar ik regelmatig dat mijn creatieve achtergrond niet altijd wordt gewaardeerd in de context van gebiedsontwikkeling”, vervolgt Vermeulen. “Ondanks de waarde die ik hecht aan mijn opleiding, merk ik dat velen het lastig vinden om de verbinding te leggen tussen social design en de praktische aspecten van het vak”, vervolgt ze. “Dit heeft geleid tot situaties waarin mijn ideeën en voorstellen op het gebied van buitenspelen niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Daarom is het extra belangrijk voor mij om met de Masterproef Speelwaardig de meerwaarde van deze creatieve benadering aan de buitenwereld te tonen en te laten zien hoe een ‘frisse blik’ kan bijdragen aan innovatieve oplossingen voor sociaal-geografische vraagstukken, vooral als het gaat om de betrokkenheid van kinderen bij het proces van buitenspelen.”
Tijdens literatuuronderzoek dat Vermeulen deed voor haar thesis, stuitte ze op een onderzoek van Mulier Instituut (2021). “Dat ging vooral over hoe beweegvriendelijk de openbare ruimte van de gemeente Utrecht is. Dat onderzoek bracht een disbalans aan het licht tussen de vraag en aanbod van speelplekken. De vraag heerst dan ook wat verstaan wordt onder een goede buitenspeelruimte. Ik kwam al snel in mijn onderzoek tegen dat er een beperkt aantal studies zijn die inzicht bieden de relatie tussen ontwerpelementen en omgevingsfactoren die een goede buitenspeelruimte maken en hoe kunnen deze ook weer aansluiten op de perspectieven, ervaringen en behoeften van kinderen. En wat wordt verstaan onder speelwaardigheid, dat is natuurlijk ook een heel interessant vraagstuk.
De uitvoering van het onderzoek
Het onderzoek van Vermeulen is een iteratief proces geweest. “Er moest echt een goede wisselwerking zijn tussen literatuur en de praktijk”, legt Vermeulen uit. “Wat leeft er nou precies bij de mensen en hoe koppel je dit wetenschappelijk terug? Het was soms ook echt even zoeken naar wat ik precies met de resultaten van mijn onderzoek kon of wilde gaan doen, vooral ook omdat het heel breed was. Mijn afstudeerbegeleider Henk Brinksma heeft me enorm geholpen bij het wetenschappelijk onderbouwen van mijn onderbuikgevoel. Hij stimuleerde me om mijn intuïtie te vertalen naar concrete, onderbouwde inzichten. Door regelmatig feedback te geven, hielp hij me om de verbinding tussen de theoretische kaders en de praktische toepassing helder te krijgen.”
Uitkomsten
In totaal heeft Vermeulen voor haar masterthesis 21 buitenspeelruimtes, verdeeld over vijf wijken, onderzocht op speelwaardigheid. Elke buitenspeelruimte in Utrecht scoorde anders op speelwaardigheid. Een belangrijk inzicht in het onderzoek is dat elke buitenspeelruimte unieke omgevingskenmerken heeft, die maatwerk vereisen. “Dat stukje maatwerk is een vereiste om een goed ontwerp te kunnen maken dat aansluit op devoorkeuren en behoeften van kinderen, want deze verschillen ook echt per wijk. Dat is daarom ook echt iets wat ik mee wil geven aan professionals die betrokken zijn bij het inrichten van speelplekken: betrek kinderen op tijd. Ga met kinderen samen buitenspelen. De buitenspeelruimte moet ook kunnen meegroeien met de leeftijd-en ontwikkelingsfases van kinderen om deze blijvend interessant te houden.
Vermeulen vervolgt: “Als je kinderen vraagt wat zij belangrijk vinden aan de buitenspeelruimte, dan zie je dat zij vooral de nadruk leggen op de sociaal-maatschappelijke aspecten; het ontmoeten, verbinden en het toevallig tegenkomen van kinderen. Ook aspecten als vormgeving of identiteit, iets waar ze zelf een bijdrage kunnen leveren, komen vaak terug. Natuur, klimaat, seizoenen en veiligheid is ook een hot topic onder de kinderen. Binnen het onderwerp veiligheid gaat het vooral om de sociale veiligheid bij kinderen.”
Aanbevelingen
Om tot een inzicht te komen wat een buitenspeelruimte speelwaardig maakt en hoe je kinderen hierbij kunt betrekken, zou het volgens Vermeulen zinvol zijn om verschillende landelijke, voorstedelijke of stedelijke gebieden in een studie te vergelijken. “Hierbij zou je dan moeten kijken naar de gemeenschappelijke delers of juist de verschillen in de speelbeleving van kinderen. En welke omgevingsfactoren zijn hier dan van invloed op?” Verder is het volgens Vermeulen van belang om een bredere definitie van spel, spelen en speelruimte te omarmen, zodat je wel rekening móet houden met de verschillende percepties, behoefte, voorkeuren en ontwikkelingsfases van kinderen in verschillende leeftijdsgroepen. Want hoe kunnen we het buitenspelen voor kinderen interessant maken en houden? “In mijn optiek kan het waardevol zijn om ze vroegtijdig te betrekken, om zo de stem van het kind te versterken in de beleidsvorming. Alleen zo kunnen we kinderen de buitenspeelruimte geven waar ze van dromen en waar ze echt tot hun recht komen.”
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Mulier Instituut: 'Bredere kijk op beweegarmoede nodig'
15 nov om 14:30 uurDe ambitie van de Nederlandse overheid dat in 2040 75 procent van de Nederlanders de beweegrichtlijnen haalt is…
Dordrecht Sportgemeente van het Jaar 2024, ook prijs voor Maastricht
3 okt om 17:37 uurDordrecht is afgelopen week op het jubileumcongres van Vereniging Sport en Gemeenten in ’s-Hertogenbosch…
35 jaar Speelplan: kinderen van jongs af aan naar buiten krijgen
12 sep om 14:42 uurSpeelplan bestaat 35 jaar. We spraken directeur Walid Rahman en keken terug en…
Speel-, sport- en beweegbeleid moet iedere inwoner in Vught laten bewegen
15 mei om 11:24 uurDe gemeente Vught heeft voor het eerst een beleid opgesteld waarin de componenten spelen, bewegen en sport…
Toolbox helpt gemeenten bij monitoren en evaluatie buitenspeelbeleid
16 feb om 12:34 uurOm inzicht te krijgen in de voortgang van beleidsdoelstellingen is monitoring en evaluatie van dat beleid van…
Advies NLsportraad: 'Maak dagelijks bewegen vanzelfsprekend'
2 feb om 09:25 uurOnderzoek: hoe beweegvriendelijk is Nederland?
8 nov 2023Per 1 juli nieuw Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen
1 jul 2023Per 1 juli vervangt de Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen 2023 (WAS2023) het Warenwetbesluit…