Goed en veilig spelen: wie is waarvoor verantwoordelijk?
Wellicht is bovenstaand artikel niet letterlijk bij alle professionals die met spelen te maken hebben bekend, maar wel de intentie ervan. Het zijn de eigenaren (beheerders) die aan het eind van de lijn verkoop, plaatsing en ingebruikname ervoor moeten zorgen dat het toestel gecertificeerd is. Die certificering wordt vaak niet door hen zelf geregeld, maar door de leverancier of fabrikant. Het certificaat wordt doorgaans overhandigd bij plaatsing van het speeltoestel.
Toch gaat het nog steeds verassend vaak fout, niet alleen bij plaatsing maar ook in een latere levensfase van het toestel. Inspectiebureaus slaan regelmatig stap 1 bij de inspectie over: de beoordeling of het toestel is gecertificeerd en of dit certificaat nog voldoet? Er zijn vele redenen waarom beheerders niet altijd op de hoogte zijn of hun toestellen (nog) wel een certificaat hebben.
1. Het verstrekte certificaat is in Nederland niet geldig
Certificaten die in Nederland onder het WAS geldig zijn, moeten zijn verstrekt door keurende instanties die door het ministerie van VWS zijn aangewezen of waarvan de certificaten als gelijkgesteld worden beschouwd. Alle instanties staan vermeld op de site van de NVWA: https://www.nvwa.nl/onderwerpen/keuringsinstellingen-consumentenproducten/overzicht-keuringsinstellingen-speeltoestellen
2. Het geplaatste speeltoestel wijkt af van het oorspronkelijke
Het certificaat geeft slechts een beknopte omschrijving van het toestel. Hieruit zijn de details niet altijd op te maken. Leveranciers en fabrikanten leven regelmatig in de veronderstelling dat binnen één certificaat meerdere opstellingsmogelijkheden gebruikt kunnen worden. “Als de onderdelen of modules maar zijn gecertificeerd kan eindeloos gecombineerd worden” is een opmerking die regelmatig voorbijkomt. Helaas is het verre van de waarheid. Vraag daarom bij het certificaat altijd een tekening van het gecertificeerde toestel en controleer of geen sprake is van een modificatie.
3. Het toestel is geclusterd
Een cluster van speeltoestellen of onderdelen daarvan wordt gezien als één toestel en moet dus gecertificeerd zijn. Als meerdere gecertificeerde toestellen in een cluster worden geplaatst moet die dus als geheel ook gecertificeerd zijn. Op het certificaat, bijlage of testrapport moet altijd het specifieke cluster vermeld staan.
4. Het toestel is verplaatst
Een speeltoestel dat als enkelstuks op een bepaalde locatie is gecertificeerd, mag niet altijd zomaar verplaatst worden. De directe omgeving, de gebruikersgroep en de manier van toezicht kunnen namelijk meegewogen zijn bij de certificering. Een toestel bij een kinderdagverblijf kan dus niet altijd zomaar in de openbare ruimte geplaatst worden waar geen toezicht is. Andersom kan dat natuurlijk ook gelden. Daarnaast moet gecontroleerd worden of de valzone en het bodemmateriaal op de nieuwe locatie voldoen. Als op het certificaat een locatie is vermeld mag er van uitgegaan worden dat verplaatsing zonder herkeuring niet is toegestaan.
5. De gebruiksvoorwaarden worden niet opgevolgd
Als het toezicht van groot belang is omdat het toestel niet intrinsiek veilig is, moet het toezichtplan altijd gevolgd worden. Dit speelt bijvoorbeeld vaak bij trampolineparken en waterglijbanen. Het niet volgen van het gecertificeerde toezichtplan kan als gevolg hebben dat het certificaat vervalt. Een ander voorbeeld is het glijden in een band in waterglijbaan. Als de beheerder besluit de enkele banden voor dubbele banden voor twee personen in te ruilen zal het certificaat kunnen vervallen.
6. Het toestel wordt anders gebruikt dan voorgeschreven
Een duidelijk en recent voorbeeld is het gebruik van een virtual reality (VR) bril op waterglijbanen. Bij de meeste waterglijbanen is het belangrijk dat de glijder de loop van de baan goed kan zien en zich kan voorbereiden op de bochten die gaan komen. Gebruikers die een VR-bril ophebben zien die dus niet maar gaan uit van het filmpje dat ze zien in de bril. Hierdoor kan het zijn dat men anders wil bewegen dan de loop van de baan wenst.
Ook het toevoegen van licht- en geluidseffecten in waterglijbanen kan erin resulteren dat het certificaat vervalt. Met name lichteffecten kunnen problemen opleveren voor mensen met epilepsie. Bij toevoeging van licht en geluid moet het waarschuwingsbord bij de glijbaan worden aangepast en herkeurd.
7. Het toestel of de valbodem is (constructief) aangepast
Alle constructieve aanpassingen aan toestellen moeten doorgegeven worden aan de keurende instantie (AKI). Deze beoordeelt of de aanpassing toegestaan is en of het certificaat geldig blijft. Constructieve aanpassingen zijn bijvoorbeeld het toevoegen of verwijderen van een element zoals een glijbaan, klimnet, dak of trap. Maar ook aanpassingen aan het bodemmateriaal zijn niet zonder controle altijd toegestaan. Het vervangen van een rubber vloer door boomschors kan gevolgen hebben voor de fundering en stabiliteit.
Als een skatepark als geheel is gecertificeerd kan niet zomaar een nieuw skate-element worden toegevoegd ook al is het element zelf ook gecertificeerd.
8. Herkomst toestel is niet traceerbaar
Als het typeplaatje niet (meer) aanwezig is kan het gebeuren dat de leverancier niet meer op te sporen is. Het komt regelmatig voor dat deze plaatjes bij oudere toestellen zijn verdwenen maar ook dat alle overige informatie zoals het logboek en de gebruiksaanwijzing niet meer te vinden zijn. In feite verliest het certificaat niet zijn geldigheid maar het is gewoonweg niet meer aan te tonen dat het toestel ooit is gecertificeerd.
Tip: Controleer of alle toestellen gecertificeerd zijn. Zoek uit of ze nog aan de tekeningen voldoen en op de oorspronkelijke locatie staan (bij enkelstukskeuring op locatie). Tot slot controleer of er geen grote aanpassingen zijn verricht die niet aan een AKI zijn voorgelegd.
Jeroen Bos
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Van betonnen jungles en stedelijke labyrinten naar speelwaardige buitenruimten
16 dec om 09:58 uurWat zijn de voorwaarden van kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar die bijdragen aan de creatie van een…
Mulier Instituut: 'Bredere kijk op beweegarmoede nodig'
15 nov om 14:30 uurDe ambitie van de Nederlandse overheid dat in 2040 75 procent van de Nederlanders de beweegrichtlijnen haalt is…
Dordrecht Sportgemeente van het Jaar 2024, ook prijs voor Maastricht
3 okt om 17:37 uurDordrecht is afgelopen week op het jubileumcongres van Vereniging Sport en Gemeenten in ’s-Hertogenbosch…
35 jaar Speelplan: kinderen van jongs af aan naar buiten krijgen
12 sep om 14:42 uurSpeelplan bestaat 35 jaar. We spraken directeur Walid Rahman en keken terug en…
Speel-, sport- en beweegbeleid moet iedere inwoner in Vught laten bewegen
15 mei om 11:24 uurDe gemeente Vught heeft voor het eerst een beleid opgesteld waarin de componenten spelen, bewegen en sport…
Hoe AI de veiligheid van kinderen in speeltuinen kan bevorderen
7 mei om 08:59 uurKinderen kunnen veilig spelen in speeltuinen dankzij goed onderhouden speelobjecten. Om te kijken na hoeveel…
Toolbox helpt gemeenten bij monitoren en evaluatie buitenspeelbeleid
16 feb om 12:34 uurOm inzicht te krijgen in de voortgang van beleidsdoelstellingen is monitoring en evaluatie van dat beleid van…
Reactie toevoegen