"In 2040 moet er in elke buurt en elk dorp een bloeiende speeltuin zijn.” Dat is de inzet van het Speeltuinmanifest dat Jantje Beton op 3 november jl presenteerde tijdens het seminar De Speeltuin van de Toekomst. Om dit toekomstperspectief waar te maken, is er wel actie nodig. Want de toekomst van de georganiseerde speeltuinen in Nederland ziet er op dit moment niet florissant uit.
Speeltuin van de toekomst
Tekst: Marian Schouten
“Speeltuinen hebben een grote waarde voor de samenleving”, vertelt Lea van Dongen, programmaleider van vereniging LOS, de brancheorganisatie voor speeltuinen en kindervakantieorganisaties. “In de eerste plaats voor de kinderen zelf. Die vinden er een veilige haven waar ze onbekommerd buiten kunnen spelen. Dat is niet alleen fijn, maar ook goed voor hun ontwikkeling en gezondheid. Ook de buurt profiteert volop: speeltuinen zijn een ontmoetingsplek voor alle bewoners en dragen bij aan de sociale cohesie, juist ook in buurten waar onderlinge contacten niet altijd vanzelf gaan.” De maatschappelijke meerwaarde van speeltuinen is in 2020 in een MKBA in kaart gebracht door bureau Ecorys.
Onzekere toekomst
Een voorziening met zoveel potentie wil je als samenleving natuurlijk koesteren en versterken. Maar in de praktijk ziet Lea van Dongen het omgekeerde gebeuren: “Ruim een kwart van de speeltuinen staat op omvallen. En voor nog eens een kwart is de toekomst zeer onzeker.” Dat blijkt uit een recente enquête onder de leden van LOS.
“Het vinden en behouden van vrijwilligers voor het bestuur en het werk met de kinderen is het grootste knelpunt. De vrijwilligers die er zijn, staan onder toenemende druk. Zij ervaren dat wet- en regelgeving (met name Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) en Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersoon (WBTR) steeds strenger wordt en hogere eisen stelt. Vrijwilligers haken mede daardoor af en nieuwe vrijwilligers zijn bijna niet meer te vinden. Ook zien we dat de financiële situatie van veel speeltuinen onzeker is: de kosten stijgen terwijl de gemeentelijke subsidies onzeker zijn.”
Potentie om maatschappelijke vraagstukken op te lossen
Hoog tijd voor actie om speeltuinen een toekomst te geven. Om goed beslagen ten ijs te komen, vroeg Jantje Beton aan bureau BMC om een breed verkennend onderzoek uit te voeren met als centrale vraag: ‘Hoe maken we de georganiseerde speeltuin in Nederland toekomstbestendig?’
In het onderzoeksrapport beschrijft BMC de zorgen die er zijn, maar ook de grote potentie van speeltuinen. De zorgen sluiten aan bij het onderzoek onder de leden van LOS. Potentie ziet BMC echter volop. Speeltuinen kunnen een cruciale rol spelen in het oplossen van meerdere maatschappelijke vraagstukken: het aanpakken van bewegingsarmoede, het versterken van de sociale cohesie, het vergroenen en verduurzamen van dorpen en wijken. “Het verbaast ons eigenlijk dat de speeltuinen in deze context nauwelijks aandacht krijgen”, schrijft BMC. Het advies luidt dan ook: ‘Investeer in het versterken en breder positioneren van de georganiseerde speeltuin als cruciale sociale basisvoorziening in wijken, buurten en dorpen van Nederland.’
In het rapport werkt BMC dit advies uit in drie samenhangende acties: allereerst het op orde brengen van de visie op en condities voor het speeltuinwerk; ten tweede het versterken van de organisatie van het speeltuinwerk zelf; en ten derde het verbreden en versterken van de maatschappelijke impact van speeltuinen.
Wet op het Speeltuinwerk
Jantje Beton gaat met deze adviezen aan de slag. “Waarbij het eerste actiepunt de basis is voor alle andere acties”, benadrukt Lea van Dongen. “Om de visie en condities op orde te krijgen willen we voor en met gemeenten een kwaliteitskader voor georganiseerd speeltuinwerk ontwikkelen in de vorm van een blauwdruk. Met aandacht voor visie, financiering, inclusie, inrichting en veiligheid.”
“Op Rijksniveau zetten we ons in voor een Wet op het Speeltuinwerk, vergelijkbaar met de Wet op de Bibliotheken, zodat speeltuinen als publieke voorziening in de wet worden verankerd en minder afhankelijk worden van willekeur. We hebben dit plan op 3 november als stelling voorgelegd aan acht kandidaat-kamerleden van verschillende partijen en alleen de kandidaten van de VVD en NSC waren het niet eens met deze stelling.”
Tot bloei brengen
“Om de speeltuinen zelf te versterken willen we een netwerk van regionale consulenten opzetten”, aldus Van Dongen. “Mogelijk kunnen we daarin samenwerken met de sport- en jeugdsector. De maatschappelijke meerwaarde van speeltuinen gaan we veel explicieter onder de aandacht brengen bij gemeenten: speeltuinen zijn een basisvoorziening. Hoe kunnen we alle potentiële functies van de speeltuin – ontmoeting, inclusie, participatie, duurzaamheid – optimaal benutten?”
Om de potentie van de speeltuin te laten zien, wil LOS een aantal pilots gaan opzetten met bestaande, kansrijke speeltuinen die nu in de gevarenzone zitten. “We willen die speeltuinen tot bloei brengen en laten zien hoe de Speeltuin van de Toekomst er in de praktijk uit kan zien en kan functioneren in de wijk.”