Tijdens het Speelforum ging het gesprek een laag dieper: achter de bezorgdheid waarmee we kinderen omgeven, ligt een beeld van het kind als een kwetsbaar wezen. De inleiders, Prof.
Vóór, maar vooral achter de schermen is de afgelopen maanden een discussie gevoerd over de pilot. Vele deskundigen op het gebied van wetgeving, pedagogiek, ergonomie en veiligheid hebben hun mening geuit.
De afgelopen twee jaar is gewerkt aan de herzieining van deze delen. Deze normen bevinden zich op dit moment in het stadium van de allerlaatste stemming.
Een logboek bijhouden om aan te tonen dat aan de verplichtingen in het WAS is voldaan mag natuurlijk nog wel. Het blijft namelijk verplciht om aan te kunnen tonen dat voldoende inspecties zijn uitgevoerd en onderhoud is gepleegd.
De vragen zijn ingediend door leden Van Dekken en Çegerek (beiden PvdA) en gaan met name over het waarborgen van de veiligheid van spelende kinderen, de relatie van de pilot met de huidige wetgeving en het verwachte effect op burgerparticipatie.
Hoe zorg je dat kinderen veilig kunnen spelen. Hoe zorg je dat speelruimte veilig blijft? Wat staat er precies in de reikwijdte notitie van het WAS? Welke interpretatie verschillen zijn er?
“Wij vinden het belangrijk dat degene die de speelplekken inspecteert, kennis heeft van de diverse typen speeltoestellen”, verklaart Arthur Wopereis, adviseur Openbaar Beheer.